Nieuwe meerwaardebelasting op financiële activa: wat verandert er vanaf 2026?

De federale regering heeft bevestigd dat er vanaf 1 januari 2026 een algemene belasting wordt ingevoerd op de meerwaarden op roerende activa. Deze maatregel kadert in de bredere hervorming van het fiscaal landschap, met als doel de belastingdruk evenwichtiger te verdelen. Hieronder vindt u een helder overzicht van de belangrijkste wijzigingen voor particuliere beleggers en bepaalde rechtspersonen.

Een fiscale omwenteling

Waar tot nu toe enkel speculatieve meerwaarden werden belast, zal de nieuwe regeling alle gerealiseerde meerwaarden op beleggingen systematisch belasten. België zet daarmee een historische stap, weg van de uitzonderingspositie voor kapitaalinkomsten.

Wie wordt getroffen?

De belasting is van toepassing op:

• Natuurlijke personen die in België wonen,
• Verenigingen zonder winstoogmerk (vzw’s), stichtingen en andere rechtspersonen (met uitzondering van pensioenfondsen en pensioenspaarverzekeringen),
• Een breed scala aan activa: beursgenoteerde en niet-genoteerde aandelen, obligaties, fondsen, ETF’s, cryptomunten, goud, beleggingsverzekeringen, enz.

Hoe wordt de meerwaarde berekend?

De referentiedatum is 31 december 2025. De waarde van het actief op dat moment vormt de basis voor de latere belastingheffing:

• Bij verkoop ná 1 januari 2026 wordt het verschil tussen verkoopprijs en referentiewaarde belast.
• Tot en met 2030 geldt een overgangsregeling: indien de aankoopprijs hoger ligt dan de referentiewaarde, kan men kiezen voor de aankoopprijs mits bewijsstukken.

Minwaarden kunnen worden afgetrokken van meerwaarden binnen hetzelfde belastingjaar, maar kunnen niet worden overgedragen naar latere jaren.

Welk belastingtarief geldt er?

Het standaardtarief bedraagt 10 %, maar er zijn uitzonderingen:

Situatie	Tarief
Standaard meerwaarde	10 %
Speculatieve meerwaarde (abnormaal beheer)	33 %
Participatie ≥ 20 % in een onderneming	Vrijstelling tot 1 miljoen € over 5 jaar, dan verlaagde tarieven tot 10 miljoen €

Jaarlijkse vrijstelling

Er geldt een jaarlijkse vrijstelling van 10.000 € (geïndexeerd). Ongebruikte vrijstellingen kunnen tot 1.000 € per jaar worden overgedragen, met een maximum van 15.000 € in totaal.

Praktisch

Belgische financiële tussenpersonen zullen de belasting aan de bron inhouden, behalve in uitzonderlijke gevallen. Voor buitenlandse rekeningen of grote participaties zal vermoedelijk een persoonlijke aangifte vereist zijn.

De bestaande exit tax (bij emigratie uit België) blijft gelden indien de activa binnen 2 jaar na vertrek worden verkocht.

Wat kunt u nu al doen?

Deze hervorming vraagt om een herziening van de beleggingsstrategie:

• Overwegen om activa via verzekeringen of fondsen te structureren,
• Grotere participaties tijdig in kaart brengen,
• Aankoopprijzen documenteren (voor de overgangsregeling),
• Vooruitdenken bij verhuis of vermogensoverdracht.

Samengevat

• De belasting treedt in werking op 1 januari 2026.
• Standaardtarief van 10 %, met jaarlijkse vrijstelling van 10.000 €.
• Van toepassing op o.a. aandelen, fondsen, crypto’s, obligaties, goud…
• 31 december 2025 is een sleuteldatum voor de waardering.
• Specifieke regels voor grote participaties en rechtspersonen zoals vzw’s.

Voor beleggers, vermogende particulieren, vzw’s en vermogensstructuren betekent dit een belangrijke evolutie in het fiscale landschap. Tijdige voorbereiding en professioneel advies zijn sterk aanbevolen om de impact te beperken en kansen te benutten.